GH-2005-02 Van aardsparadijs aan de Aa tot convent in Binderseind

VAN AARDSPARADIJS AAN DE AA TOT CONVENT IN BINDERSEIND

Ad Otten

De tuinkoepel van ‘den doctor’ en ‘den burger’

Op 27 mei en op 3 juni 1842 werd te Gemert in het Logement Den Keizer op verzoek van Mejuffrouw Rosa Ruijs uit Ravenstein door notaris Van Kemenade in het openbaar geveild het tegenover de Latijnse School gelegen statige Hofgoed met alle ‘dependentien’ (nu het notarishuis in de Ruijschenberghstraat). Rosa Ruijs was de kleindochter en enige erfgenaam van wijlen Eligius Ruijs die in Gemert het beroep uitoefende van ‘medisch doctor’. Bij de genoemde veiling in 1842 kwamen een tweetal bijzondere ‘dependentien’ van het Hofgoed onder de hamer. Het waren percelen in het Gemertse buitengebied, respectievelijk op Koks aan de Aa en op de Esdonkse Hei ergens tussen het kapelleke en de Boekelseweg. Dokter Ruijs moet een natuurliefhebber zijn geweest. Op beide percelen had hij, of eerder al een vroegere eigenaar, een tuinkoepel laten bouwen.

Het eerste perceel (geveild als ‘koop nr.5’) mat 1,172 hectare. Het lag op de wel erg aansprekende plek in de zogeheten Koksche Velden waar de, toen nog dubbele Snelle Loop, uitmondde in de rivier de Aa. Daar ter plaatse, in de uitmonding, lag ook het ‘drielandenpunt’ van de voormalige gemeenten Gemert, Erp en Beek en Donk (nu Gemert-Bakel, Veghel en Laarbeek). Het is nog steeds een aansprekende plaats al is er nu (genormaliseerd) kaal en winderig, meer een plek om uit te waaien. In de Snelle Loop ligt daar nu een betonnen stuw met pal daarvoor, vlak voor de uitmonding in de Aa, een brede betonnen (schouw)overgang. Vroeger moet dat heel anders geweest zijn. De kadastrale plattegrond uit 1832 maakt dat overduidelijk. Die situatie is pas veranderd enige jaren na de Tweede Wereldoorlog. Wijlen Toon van den Boom van de Kokse Hoeve heeft er in de krant in een interview nog wel eens van verhaald en Toon had het daarbij over ‘het aardsparadijs aan de Aa’…

Bij de veiling van 1842 werd dat aardsparadijs als volgt omschreven: “Een schaarhoutbosch met daarbij gehoorende dreef en opgaand geboomte, door een hek afgesloten, voorts nog een tweede dreef, leidende langst het erf van de weduwe Van Meelis, tot een koepel aan de Rivier de Aa, welke hier ook bijbehoord, kadastraal bekend Kokse Velden sectie I nr.1, groot 40 roeden en 10 ellen en Hulst sectie I nr.13, groot 77 roeden en 10 ellen.”

Voor 540 gulden werd de Gemertse leerfabrikeur Jan Haest in 1842 de eigenaar van het natuurgebied met de tuinkoepel aan de Aa. Vijf jaar later werd deze persoon benoemd tot burgemeester van Gemert. Dat was aan de vooravond van het Gemertse weversoproer waarbij de nieuwe burgemeester het allesbehalve gemakkelijk heeft gehad. Maar als het hem allemaal teveel werd kon hij zich wel terugtrekken en op adem komen in, wat wijlen Toon van den Boom zich herinnerde als, het aardsparadijs aan de samenvloeiing van de Snelle Loop en de Aa. Toon kon zich bij het ophalen van die herinneringen niet voorstellen dat zoiets moois midden in de natuur in onze moderne tijd nog ooit zou terugkomen. Het lijkt erop dat hij, zij het op de lange termijn, toch ongelijk gaat krijgen. De in dit voorjaar gerealiseerde natuurontwikkelingen aan met name de Snelle Loop een eind stroomopwaarts hebben laten zien dat ook de moderne mens nog steeds gesteld is op aardse paradijzen.

Het Haest-Conventje in het Binderseind

Het Conventje is een naam die in de volksmond bekend is gebleven als naam voor een pand in het Binderseind. We mogen er van uitgaan dat die naam pas in de loop van de 19de eeuw ontstond omdat de betreffende naam in bronnen van vroegere datum niet is aangetroffen. Er is veel navraag gedaan maar op de vraag om welk pand het nu precies handelt heeft niemand meer een antwoord kunnen geven. Maar… in het hiernavolgende doet ondergetekende een aannemelijke suggestie.

In het voorgaande leerden we Jan Haest kennen als de eigenaar van een aardsparadijselijk ‘buiten’ in de Kokse Velden aan de Aa. Jan Haest was aanvankelijk leerlooier en vanaf 1845 ook cichoreifabrikant. In 1847 werd hij benoemd tot burgemeester van Gemert en dit bleef hij tot zijn dood in 1874. Jan Haest, geboortig van Zundert, trouwde in 1825 in Gemert met Joanna Maria van Zeeland en samen kregen ze negen kinderen. Zes jongens en drie meisjes. Vijf zonen werden priester en de zesde werd zouaaf in het Pauselijk leger van de Kerkelijke Staat. Van zijn drie dochters werden er twee ‘zuster’ en de derde pastoorsmeid. De burgemeestersfamilie Haest-van Zeeland vergeestelijkte helemaal. Een naam als ‘Het Conventje’ lijkt er bij uitstek op van toepassing. En wat wil het geval? Inderdaad! De burgemeestersfamilie Haest woonde in het Binderseind waar in de loop van de negentiende eeuw in de volksmond de naam ‘het Conventje’ werd geboren… Wim van de Vossenberg (bedankt Wim) was onmiddellijk bereid om uit te puzzelen waar de burgemeestersfamilie Haest precies huisde. Hij kwam tot de slotsom dat het ‘Haest-Conventje’ was gevestigd tegenover d’n Engelenburcht in het pand met het (huidige) huisnummer 13, waar nu het gezin van Jorlan en Jeanine Peeters-van Schijndel woont. Zoals we op bijgaande foto van omstreeks 1928 kunnen zien zag het pand er vroeger wel iets anders uit, maar de bouwmassa heeft nog dezelfde uitstraling.