GH-2005-01 Ko Oosterkerk (1928)
KO OOSTERKERK (1928)
Ton Thelen
Aan de vooravond van zijn vertrek als ‘gast-kunstenaar’ in kunstenaarscentrum Ateliers Nazareth in Gemert verschijnt de nieuwe omslag van Gemerts Heem, met daarop dit keer twee werken van Ko Oosterkerk. Verleden jaar was al overeengekomen dat het omslagontwerp van zijn hand zou zijn, maar in verband met het themanummer over de Congregatie van de H. Geest te Gemert is dat een jaar uitgesteld.
Ateliers Nazareth, gehuisvest in de voormalige lagere school van de zusters franciscanessen, is opgezet als werkplaats voor professionele Gemertse kunstenaars. Voor een dorp, in vergelijking met de stad, is daarmee een wel heel bijzondere faciliteit geboden. Eénmaal per jaar stellen de kunstenaars hun atelier open en presenteren zij hun nieuwe werk. Behalve de permanent bezette ateliers is er één ruimte die in beginsel een jaar lang beschikbaar wordt gesteld aan een kunstenaar van buiten. In 2003 viel de keuze op Ko Oosterkerk, een kunstenaar die als graficus een indrukwekkend oeuvre op zijn naam heeft staan. De omstandigheid dat in verband met een verhuizing de drukpers en de overige benodigdheden tijdelijk opgeslagen waren, gaf onvoorzien de aanzet tot een bewonderenswaardige explosie van creativiteit. Ko Oosterkerk greep de gelegenheid aan om een al langer levend idee te beproeven, het maken van eenvoudig zo genoemde ‘kunstkastjes’, objecten die hij van anderen kende en van wie hij indertijd ook een collectie had aangelegd. In de bijna twee jaar dat hij te gast was in Gemert zijn er een honderdtal uit zijn handen gekomen, groot en klein, van min of meer objectgericht in toenemende mate naar meer grafisch uitgewerkte ‘kastjes’.
De natuur en het ogenschijnlijk onachtbare in de natuur en de omgeving zijn terugkerende elementen in de totstandkoming van zowel zijn grafisch werk als zijn ‘kastjes’. Wat onachtbaar lijkt, het ‘gewone’, het ‘kleine’, datgene waaraan wij in ons routinematige kijken achteloos voorbijgaan, krijgt zichtbaarheid, wordt uit zijn onbepaalde omgeving naar voren gehaald vanuit het ‘bepalende’ kader van opgeslagen ervaringen en herinneringen. In dat interactieproces tussen het waargenomene en de waarneming openbaren zich nieuwe mogelijkheden tot verwerkelijking, die met grote toewijding en precisie overwogen en uitgeprobeerd worden, totdat alles zich ‘in orde’ bevindt. Dat wat is en dat wat toevalt, geven beide vorm aan de verbeelding. Impressie en constructie, bewogenheid en ratio geven aan zijn ‘kastjes’ een fascinerende uitstraling. Je blijft ernaar kijken; alles heeft zijn plaats, maar ontsnapt toch weer aan de gevangenschap van het moment. Wellicht laat zijn werk zich wel omschrijven met het gezegde: “Niets blijft wat het is, maar wordt zoals het zijn kan.”
In zijn grafisch werk onderscheidt Ko Oosterkerk zich door een elementaire vormgeving en elementair kleurgebruik: zwarte vlakken, afwisselend wit en grijze tussentonen, ragfijne lijnen; uiterst precies, welhaast mathematisch exact, hooglijk abstract, maar van een voelbare intensiteit. Belangrijke exposities had hij in het Groninger Museum (1971), het Van Abbe Museum in Eindhoven (1975) en het Stedelijk Museum van Amsterdam (1993). Internationale kunstprijzen en studiebeurzen onderstreepten de waardering voor zijn kwaliteit. Galeries in Amsterdam, Parijs en New York tonen zijn werk.
Ko werkt en werkt, voortgedreven door een niet te bevredigen verwondering en verlangen. Het is jammer dat zijn inspirerende aanwezigheid niet langer meer het gastatelier in ‘Nazareth’ zal vullen.