GH-2005-01 Het historisch landschap aan de benedenloop van de Snelle Loop

HET HISTORISCH LANDSCHAP AAN DE BENEDENLOOP VAN DE SNELLE LOOP

Jan Timmers

Inleiding

De Snelle Loop vormt voor een deel de grens van de gemeente Gemert-Bakel met Laarbeek. Voor de gemeentelijke herindeling vormde de Snelle Loop ook nog een deel van de grens tussen Bakel en Gemert. De Snelle Loop stroomt voor een belangrijk deel door een groot overstromingsgebied dat deels in Gemert en deels in Laarbeek ligt.

Het gebied rond De Snelle Loop ligt deels binnen de Ecologische Hoofd Structuur (EHS) en delen van het gebied zijn aangewezen als reservaatgebied of beheersgebied. Langs de Snelle Loop moet een ecologische verbindingszone worden gerealiseerd.

Het ligt voor de hand om in dit gebied een combinatie te maken van enerzijds natuurontwikkeling en anderzijds herstel van het cultuurhistorische landschap. Het oude cultuurlandschap wordt gekenmerkt door kleine weidepercelen met een perceelsrandbegroeiing in de vorm van vooral elzenheggen: het Brabantse coulisselandschap. Bovendien komen in het gebied enige andere cultuurhistorische fenomenen voor.

De Snelle Loop

De Snelle Loop wordt oorspronkelijk gevormd uit de samenloop van vier natuurlijke waterlopen. De noordelijke tak van de Snelle Loop ontspringt in het wijstgebied ten zuiden van De Mortel, loopt door de Milschotse Heide, en mondt ten zuiden van Milschot uit in de hoofdtak. De middentak is de belangrijkste tak. Deze ontstond in het Witven, een voormalig ven ten zuidoosten van Hogen Aarle. In verband met de ontginningen in het noorden van Bakel en Milheeze en de ontginning van de Peel is de hoofdtak van de Snelle Loop in oostelijke richting verlengd. De zuidelijke tak staat bekend onder de naam Esperloop. De Esperloop ontstond aan de noordkant van het dorp Milheeze en is bij ontginningswerkzaamheden ook in oostelijk richting doorgetrokken. De vierde tak is een waterloop die de grens vormt tussen Bakel en Aarle-Rixtel en die in de middeleeuwen werd aangeduid met de naam Ymelsbeek. De vier takken komen ten oosten van Tereyken bij elkaar. Alleen de hoofdtak staat momenteel bekend onder de naam Snelle Loop en is tijdens en na de 19de eeuw stroomopwaarts fors verlengd tot diep in de Peel en voorbij de huidige oostelijke gemeentegrens van Gemert-Bakel.

Dit artikel beperkt zich tot de benedenloop van de Snelle Loop, vanaf Tereyken tot aan de samenvloeiing met de Aa ten zuiden van Koks.

De Walgraaf en de Snelle Loop, een dubbele loop vanwege conflicten

De benedenloop van de Snelle Loop kent een lange geschiedenis. Deels ontstaan als natuurlijke waterloop, deels al in de middeleeuwen gekanaliseerd en gegraven als grens tussen Gemert en de naburige dorpen Beek en Donk en Aarle-Rixtel. De geschillen over de dorpsgrenzen en met name over het onderhoud van de Snelle Loop zijn talrijk en goed gedocumenteerd in het boek “Grensconflict zonder limieten” en de daarbij behorende verfilming. De strijd heeft geleid tot het graven van een dubbele waterloop, gescheiden door een wal, een cultuurhistorisch unicum. Er zijn getuigenverklaringen uit de 16de eeuw die aangeven dat wal en graaf al in de 15de eeuw werden aangelegd. De dubbele loop bleef lange tijd bestaan en verdween in fasen. Het dubbele tracé van Beeksedijk tot aan de Aa verdween als dubbele loop in het jaar 1947. In dat jaar startte de samenvoeging van de Walgraaf en de Snelle Loop. Restanten van de dubbele loop tussen Beeksedijk en Tereyken bleven nog langer bestaan. Dit late tijdstip van verdwijnen heeft er wel voor gezorgd dat de oude loop van Walgraaf en Snelle Loop goed is gedocumenteerd1.

De ontginning en het coulisselandschap

Het gebied rond de Snelle Loop kent afwisselend een aantal bosjes en (natte) weidepercelen. Om een ecologische verbinding te creëren is het mogelijk om een aantal weilanden langs de Snelle Loop te beplanten met een brede houtsingel. Een beter alternatief is het herstellen van het oude kleinschalige heggenlandschap, zoals dat in dit gebied in de loop van de 18de eeuw is ontstaan en zijn hoogtepunt kende rond 1900. De kleine weide percelen werden gescheiden door afwateringsslootjes die aan weerszijden werden beplant met voornamelijk elzenheggen. De heggen werden regelmatig gekapt voor stookhout, waardoor de begroeiing vrij dicht werd. Ook voor de functie als veekering was dat nodig. Bij de introductie van het prikkeldraad werd gebruik gemaakt van de heggen en werd het prikkeldraad vastgespijkerd op de stammen in de heg. Het gevolg was dat bij het kappen van de heg het onderste deel van de stammen bleef staan en dat er feitelijk een geknotte heg ontstond. Op topografische kaarten van 1897 is de perceelsrandbegroeiing in het gebied rond de Snelle Loop duidelijk herkenbaar aangegeven.

Het noordelijk gedeelte van het gebied aan de Gemertse kant van de Snelle Loop, tussen de Broekkantseweg en de Rips, staat bekend onder de naam De Kampen en is grotendeels al verkaveld in de middeleeuwen. De oude verkaveling is herkenbaar aan de min of meer willekeurig gevormde blokvormige percelen. De latere ontginningen zijn veel strakker van opzet en herkenbaar aan de rechte lijnen en de rechthoekige percelen. De laatste natuurlijke restanten tussen Tereyken en Beeksedijk werden pas rond 1830 ontgonnen. Het betreft het gebied aan weerszijden van de Derde Steeg.

Aan de kant van Beek en Donk en Aarle-Rixtel werd het gebied voornamelijk pas in de 20ste eeuw ontgonnen. Daarop bestaat één belangrijke uitzondering. Een strook grond, pal langs de Snelle Loop vanaf de Biezen tot aan de Aa werd in 1791 in kleine percelen aan particulieren uitgegeven. Bij elk perceel hoorde een stuk van de wal tussen de twee watergangen van de dubbele Walgraaf. De eigenaar had de verplichting om de wal en de graaf ter hoogte van hun perceel te onderhouden. Immers uit de vele ruzies rond de Snelle Loop bleek steeds weer opnieuw dat slecht onderhoud van gracht en wal de reden was voor weer een nieuwe kwestie. Voor de bereikbaarheid van de strook percelen aan de Beekse en Aarlese kant werd een weg langs die percelen aangelegd parallel aan de Snelle Loop. De weg wordt onderbroken door de Beeksedijk. Het noordelijk deel heeft de naam Liesdijk, het zuidelijk deel staat bekend onder de naam Biezen. Het Beek en Donkse en Aarle-Rixtelse broekgebied aan de overkant van deze wegen werd grotendeels pas na 1900 ontgonnen.2

De vonder bij Bribrake

Aan de westzijde van het dorp Gemert liggen aan de rand van het drassige en natte gebied rondom de Snelle Loop een aantal zandopduikingen.3 De Hazeldonk werd hiervoor al genoemd. Ten noorden ervan ligt een langwerpige hoogte, die vanaf het dorp Gemert nagenoeg tot aan de Snelle Loop doorloopt en de naam Ploesterdonk draagt. Al in de middeleeuwen werden op die hoger gelegen delen nieuwe ontginningen aangelegd: de hoeven Wijnboom en Ploesterdonk. Tevens liep over deze verhoging een oude verbindingsweg tussen Gemert en Beek en Donk. De huidige Wijnboomlaan volgt voor een belangrijk deel deze oude weg. Op de topografische kaart van 1840 wordt de weg aangeduid als Wijnboomsteeg. Het laatste restant van de oude weg is nog als zandweg aanwezig. Het is de huidige Broekkantseweg. Deze weg loopt naar de Snelle Loop en steekt deze over. Thans is er nog wel een bruggetje over de Snelle Loop aanwezig, maar de weg loopt daarna dood. Het punt waar de weg en de loop elkaar kruisen staat in de middeleeuwen bekend onder de naam Bribrake, een oude grensmarkering. In 1300 werd de gemeint ten westen van de Snelle Loop door de Hertog van Brabant uitgegeven aan de bewoners van Rixtel, Aarle en Beek. De begrenzing van deze gemeint werd als volgt beschreven: …..zich uitstrekkend tot aan het vastgelegde grenspunt met de gemeinte van Gemert en vanaf dit grenspunt tot aan Bribrake en vanaf Bribrake tot aan de rivier de Aa,…. Het hier beschreven deel van de grens is juist het tracé van de Snelle Loop, vanaf Tereyken tot aan de Aa, via een grensmarkering die de naam Bribrake heeft. In het oud administratief archief van Beek en Donk bevind zich een Maatboek uit 1792. Bij de percelen met nummers 2292 en 2293 staat de aanduiding: ’t Diepgat of Bribraken. Johan van Vlerken toonde aan dat het daarbij precies gaat om het perceel aan de Beek en Donkse kant van de Snelle Loop bij het bruggetje van de Broekkantseweg. De naam Bribrake wordt inmiddels nergens meer gebruikt, maar de vermelding in het Beek en Donkse maatboek wijst op de locatie van de oude grensmarkering, op de plaats waar de grens de oude verbindingsweg tussen Gemert en Beek en Donk kruist.4

De Derde steeg

Ten behoeve van de ontginning rond 1830 van de laatste restanten van het broekgebied bij de Snelle Loop, tussen Daalhorst en Snelle Loop, werden achtereenvolgens een aantal toegangswegen aangelegd die vanuit Gemert “genummerd” werden als eerste, tweede en derde steeg. Bij de ruilverkaveling verdwenen deze wegen grotendeels. De eerste steeg werd grotendeels als houtsingel aangeplant. De tweede steeg is deels verdwenen en deels opgenomen in het tracé van de verharde weg met de naam Daalhorst. Een belangrijk deel van de derde steeg bleef gehandhaafd als zandweg en een gedeelte ervan verdween. De derde steeg had een veel oudere voorganger, die al vanaf de middeleeuwen door dit natte broekgebied liep. Bij de ontginning werd die oude weg rechtgetrokken. Herstel van het verdwenen gedeelte is zeer wenselijk, omdat het voor een belangrijk deel de oude structuur van het gebied herstelt.

Andere cultuurhistorische inrichtingselementen

Niet ver van de Snelle Loop lag naast een oorspronkelijke donk met de naam de Hazeldonk de oude hoeve Hazeldonk. Het is een hoeve die al in de middeleeuwen voorzien was van een dubbel grachtenstelsel. In de eerste helft van de 20e eeuw werd de hoeve verplaatst en de grachten gedempt als eerste Gemertse vuilstort. Op de topografische kaart van 1840 is de omgrachte hoeve te zien juist boven het woord Hazeldonk.

In de middeleeuwen lag aan de rand van het broekgebied tussen Broekstraat en Snelle Loop nog een andere belangrijke hoeve die bekend stond onder de naam Ter Vondervoort: de hoeve bij de vondervoort. Een voort is een doorwaadbare plaats, een vonder is een voetgangersbruggetje. Bij de vondervoort in het Gemerts broek werden deze twee elementen kennelijk gecombineerd. De exacte ligging van de hoeve Ter Vondervoort is tot op dit moment niet achterhaald. De locatie moet echter in de nabijheid van een beekovergang geweest zijn. De vraag of het hierbij gaat over de Doregraaf, de Leijgraaf of de Broekloop is een afzonderlijke publicatie waard.

Dat het gebied langs de Snelle Loop ook vroeger al een aantrekkelijk en rustgevend gebied was blijkt uit het feit dat een stukje grond bij de samenvloeiing van de Snelle Loop en de Aa regelmatig door Gemertse notabelen werd bezocht. Ter plekke werd voor die doeleinden zelfs een “theehuisje” gebouwd aan het eind van de dubbele loop in een meander van de Aa. Elders in dit of een volgend nummer van Gemerts Heem kunt u daar meer over lezen.

Nieuwe functies voor cultuurhistorische fenomenen

In het kader van de uitvoering van het reconstructieplan Gemert-Bakel wordt de ontwikkeling van het gebied rond de Snelle Loop ter hand genomen. De aanleg van een ecologische verbindingszone was al langer gepland. Deze ontwikkelingen kunnen uitstekend aansluiten bij deelprojecten die cultuurhistorische ontwikkeling voor ogen hebben. In het voorjaar van 2005 wordt het gebied tussen de Beeksedijk en Tereyken opnieuw ingericht. Een gedeelte van de dubbele loop zal hersteld worden. Voor de aanleg van de ecologische verbindingszone langs de Snelle Loop moet voorzien worden in het inrichten van vistrappen, waardoor het voor vissen mogelijk wordt de stuwen in de Snelle Loop te passeren. Door de nieuw aan te leggen dubbele loop een geschikte vorm te geven krijgt de tweede watergang de functie van een langgerekte vistrap.

Bij de aanleg van de ecologische verbindingszone wordt verder een klein deel hersteld van de strook percelen langs de Snelle Loop aan de Beek en Donkse kant. Daar worden de oorspronkelijke perceelsgrenzen weer zichtbaar gemaakt door het aanplanten van elzenheggen.

Hopelijk lukt het om in de toekomst nog meer elementen van het oude historische landschap te herstellen en zichtbaar te maken.5

NOTEN:

1. Simon van Wetten, Grensconflict zonder limieten, De strijd rondom de Snelle Loop, Bijdragen tot de geschiedenis van Gemert deel 21, Gemert 1995.

2. Wim Verhoeven, De ontginning in de 19de en 20ste eeuw in: Ton Thelen (red), D’n Broekkant, Laarbeek 1998

3. P. Kleij en J. Timmers, De landschappelijke context en vroegste bewoning in: A. Thelen (red), Het Hooghuis te Gemert, Archeologisch en historisch onderzoek betreffende het middeleeuws kasteel van de heren van Gemert, Bijdragen tot de geschiedenis van Gemert deel 27, Gemert 2001.

4. Johan van Vlerken, De uitgifte van gronden door Hertog Jan II van Brabant aan de mensen van Rixtel, Aarle en Beek op Sinte Barabara dag 4 december 1300. Niet gepubliceerd onderzoek, oktober 1997.

5. In het voorjaar van 2005 wordt de inrichting van de dubbele loop tussen Beeksedijk en Tereyken uitgevoerd als een deelproject binnen de reconstructie zandgronden. In de brochure Reconstructie en Belvedère, Voorbeelden uit de praktijk is het project opgenomen als voorbeeldproject, waarin cultuurhistorie wordt gecombineerd met andere reconstructiedoelen.