GH-2003-03 Oorsprong van de Valkenswaardse processie naar Handel ?

OORSPRONG VAN DE VALKENSWAARDSE PROCESSIE NAAR HANDEL?

Ad Otten en Willy Ivits

De jaarlijkse processies vanuit Valkenswaard en Geldrop naar Ons Maria van Handel zijn al eeuwenoud. Daarom hebben we in Handel ook een Geldropweg en een Valkenswaardhof als straatnamen.

De oorsprong van de Geldropse processie gaat terug tot de Handelse rector Johannes Aldenhuizen die in de tweede helft van de zeventiende eeuw tegelijkertijd pastoor was van Geldrop. In de laatstgenoemde parochie kon Aldenhuizen niet resideren vanwege de onvrijheid van godsdienst in de Generaliteitslanden waartoe ook Geldrop behoorde. Aldenhuizen ‘ontving’ daarom zijn Geldropse parochianen één keer per jaar heel massaal in de tot de Vrije Heerlijkheid Gemert behorende bedevaartplaats Handel.

In tegenstelling tot Geldrop is er voor de Valkenswaardse processie tot nu toe nooit zo duidelijk een ‘processie-stichter’ aangewezen kunnen worden. In feite werd er alleen maar geopperd dat de eerste initiatieven zouden genomen kunnen zijn door de Geldroppenaar Adriaan van Dijck. Die werd in 1752 pastoor van Valkenswaard en hij zou naar het voorbeeld van de Geldropse processie het initiatief tot een gelijkaardige Valkenswaard¬se proces¬sie genomen kunnen hebben.1 En dat kan natuurlijk. In genoemd jaar is er in elk geval in Handel een Valkenswaardse processie geweest. Maar ook in Valkenswaard wordt er eigenlijk toch vanuit gegaan dat hun processie naar Handel al van eerder en tenminste van de eerste helft van de achttiende eeuw dateert.2

Dat het ontstaan van die processie nog net iets verder teruggaat en net als die van Geldrop dateert uit het laatste kwart van de zeventiende eeuw daarvoor kunnen sinds kort bovendien (nieuwe) argumenten worden aan gevoerd. Ook Valkenswaard blijkt namelijk in die periode een pastoor te hebben gehad die van Gemert geboortig was en die in de kwaliteit van ‘aartspriester’ van het district Eindhoven bovendien in regelmatig contact stond met zijn oud-plaatsgenoot Johannes Aldenhuisen, pastoor van Geldrop en tegelijkertijd rector van Handel.

Gaspar Molensteens pastoor Valkenswaard en aartspriester Kempenland

Na een brief van Noud Jonkers uit Valkenswaard waarin hij verzocht om genealogische gegevens betreffende de zeventiende en achttiende-eeuwse familie Molensteens uit Gemert ging er een lampje branden. Jonkers was op zoek naar de herkomst van een uit de tijd van de schuurkerken tot op dat moment onbekend gebleven pastoor van Valkenswaard. In het parochiearchief van Leende had hij een archiefstuk gezien dat handelde over de pastoors-installatie aldaar van zekere Henricus Hurkmans. Het stuk was gedateerd 5 september 1694 en voor hem intrigerend was vooral het gegeven dat het document was ondertekend door ene Gaspar Molensteens in de kwaliteit van ‘pastor in Valkensweerde et Archipresbyter dist(rictus) Endoh(oven)’. Intrigerend omdat de naam van Molensteens ontbrak in de hem bekende lijst van Valkenswaardse pastoors en die juist in die periode een hiaat vertoonde.

Vanwege de Staatse overheersing had het bisdom Den Bosch in die tijd al ruim een halve eeuw geen bisschop meer. Het bisdom werd toen zo goed en zo kwaad als het ging bestuurd door een veelal in Antwerpen residerende apostolisch vicaris met assistentie van door de Meierij rondtrekkende ‘aartspriesters’ die de dekenfuncties uit vroeger perioden waarnamen. En zoals uit het Leendse parochiedocument blijkt, installeerden deze aartspriesters ook de door de apostolisch vicaris (d.i. in 1694 zekere Martinus Steyaert) benoemde pastoors.

Zoals gezegd was de naam van Gaspar Molensteens als pastoor van Valkenswaard tot dusver onbekend. Wel noemt Schutjes deze Molensteens in zijn ‘Geschiedenis van het Bisdom ‘s-Hertogenbosch’ als pastoor van Stiphout in 1677 en in 1683. In 1686 kreeg Stiphout een nieuwe pastoor waarna onze Molensteens bij Schutjes pas weer opduikt in 1697 als pastoor van Schijndel. Daar blijft hij aan tot zijn overlijden op 5 april 1713.3 Opmerkenswaard is daarbij het gegeven dat er met name uit de Schijndelse parochie in de 17de en de 18de eeuw nogal wat wonderbare genezingen bij het Onze Lieve Vrouwke van Handel officieel werden opgetekend en zelfs een aantal in (votief)schilderijen afgebeeld. Welke functie en/of werkzaamheden Molensteens vervulde tussen 1686 en 1696 is in Schutjes onbesproken gebleven. En dat, zo wordt nu duidelijk, moet de periode zijn geweest dat hij pastoor was van Valkenswaard….

Uit het bekende boek over de Noordbrabantse universiteitsstudenten uit de periode 1550-1750 destilleerden we al iets over zijn opleiding. Gaspar Molensteens studeerde namelijk te Leuven waar hij op 25 februari 1669 als ‘Gemertanus’ werd ingeschreven aan de universiteit.4 En dat gegeven was voor Noud Jonkers uit Valkenswaard de reden om bij de Gemertse heemkundekring eens te informeren naar wat meer gegevens over zijn afkomst en zijn familie.

Student te Leuven en duiveluitbanner van Stiphout

In het boek van mgr. Frenken over ‘Helmond in het verleden’ kan men nog een en ander lezen over Gaspar Molensteens missioneringsarbeid in Helmond en omgeving. Van 1677 tot 1686 was hij pastoor te Stiphout. Maar in diezelfde periode was hij ook actief in de zielzorg in het naburige Helmond. Zijn priesterijver en zijn propaganda voor het duiveluitdrijvende Stiphoutse mirakel, werkte de Helmondse dominee Johan Costius (Jan Kost op z’n Hellemonds) danig op de zenuwen. Het kwam zover dat Costius eigenhandig een misdienst ging verstoren omdat de schout van Helmond de paapse activiteiten van Molensteens maar door de vingers bleef zien. Costius stal onder meer de kandelaars van het in een huis bij het Helmonds kerkhof voor een misdienst gereed staande altaar. Maar de toeloop van Helmonders naar de misdiensten van Gaspar nam daardoor alleen maar toe. Vierkant stelden zij zich op achter de pastoor van het naburige Stiphout. Costius bracht toen nog wat zwaarder geschut in stelling en stuurde officiële klachten naar Den Haag. Eind 1681 kwam het ten gevolge daarvan tot een proces tegen – zoals de dominee het noemde “den afgodswinckel en de duivelbanderijen van Meulensteens en diens lijfquesel Perina Roefs”. Maar ook dat is kennelijk op niets uitgelopen omdat de Helmondse protestanten, met de schout voorop, ter wille van de lieve vrede, een gedoogbeleid prefereerden boven een streng handhaven van de door Den Haag opgelegde regels.5

Stichter van de Valkenswaardse processie?

Na zijn pastoraat te Stiphout moet Molensteens dus denkelijk rond 1687 pastoor van Valkenswaard zijn geworden en tegelijk of kort daarop aartspriester van het district Eindhoven. Gaspar zal op zijn omzwervingen door de Meierij meermalen gewezen hebben op de vrijheid van godsdienst in de Vrije Heerlijkheid Gemert en de daar overeind gebleven mogelijkheid van het oudtijdse processiehouden dat elders in de Meierij was verboden. Dat bij deze van Gemert geboortige pastoor ook gezocht moet worden naar de oorsprong van de Valkenswaardse processie naar Handel klinkt heel aannemelijk. Hij was pastoor van Valkenswaard in dezelfde periode dat Joannes Aldenhuizen, als pastoor van Geldrop, de Geldropse processie naar Handel op gang bracht. Als aartspriester of zeg maar ‘deken’ van Eindhoven was Gaspar Molensteens bovendien de superieur van de pastoor van Geldrop. En, zoals Noud Jonkers uit Valkenswaard ons mededeelde, het was in vroeger tijden ook zo dat juist in Eindhoven zich van oudsher vele Eindhovenaren bij de Valkenswaardse processie aansloten. Dat de eerwaarde Gaspar ondertussen, door al zijn werk in de Meierij, zijn geboorteplaats Gemert niet was vergeten en daar nog veelvuldig kwam, moge blijken uit de Gemertse doopregisters. Daar zien we zijn naam zowel op 18 maart 1684 als op 16 februari 1701 opgeschreven als getuige en peetvader bij de doop van kinderen van zijn Gemertse bloedverwanten.

Genealogische gegevens van de familie Molensteens

Tot slot enige genealogische gegevens over de familie Molensteens. Uit diverse bronnen is zoveel materiaal vergaard dat dat teveel is om hierbij allemaal te publiceren. Voor de geïnteresseerde verwijzen we daarvoor naar de Gemertse Heemkamer.6 Hierna volgt een korte samenvatting toegespitst op Gaspar Molensteens:

De familie Molensteens, ook wel geschreven als Meulensteens, blijkt te stammen uit een oud-molenaarsgeslacht dat al in de vijftiende eeuw de Gemertse molens pachtte van de Duitse Orde. Tenminste drie generaties staan als zodanig bekend onder de naam ‘die Moller’. De generaties daarna noemen zich óf Smulders óf Molensteens. De vader van Gaspar Molensteens, de hoofdpersoon in dit artikel, was overigens geboortig van Bakel maar zoon Gaspar werd weer wel in Gemert gedoopt. Op 7 augustus 1644. Gaspar was het vijfde kind van Bartholomeus Wijnands Molensteens en Anna Gaspar Jansen. Pas op zijn 25ste jaar liet hij zich inschrijven op de Universiteit van Leuven. Gaspar lijkt een zogeheten late roeping, maar kijken we naar de periode waarin Gaspar tot wasdom kwam, dan blijkt diens (middelbare)schooltijd precies te vallen in het tijdsbestek dat Gemert door Staatse troepen was bezet en de Latijnse School in Gemert gesloten. Het zou dus wel eens zo kunnen zijn dat de voorgenomen priesteropleiding daardoor enige jaren vertraging op liep. Hoe het ook zij, op zijn 33ste was Gaspar reeds ‘geroepen’ tot pastoor van Stiphout. Hij ontpopte zich daar als een gedreven en erg mobiele missionaris die de moeilijkheden niet uit de weg ging. In 1694 blijkt hij de aartspriester van het dekenaat Eindhoven en tegelijk pastoor van Valkenswaard. Vermoedelijk is hij dat van 1687 tot in 1696. Daarna is hij tot zijn overlijden in 1713 pastoor van Schijndel.7

Dat Gaspar Molensteens de aanstichter is geweest van heel wat processies naar het vrije Handel ligt eigenlijk wel voor de hand, vooral ook omdat zijn pastorale en aartspriesterlijke arbeid valt in een periode dat allerwege pogingen werden ondernomen om de bedevaart naar Handel te bevorderen.

Met veel dank aan Noud Jonkers uit Valkenswaard.

NOTEN:

1. Vgl. Peter Lathouwers in: Kinderen van Maria, De bedevaart van Valkens¬waard naar Handel, 1993, blz.55.

2. Hans de Kinderen, secretaris van de Broederschap der Handelse processie, schreef afgelopen voorjaar nog in een artikel ‘Traditionele bedevaart naar Handel op 21 en 22 juni 2003’: vermoedelijk is de bedevaart van Valkenswaard naar Handel ontstaan in het begin van de 18de eeuw. (zie: www.valkenswaard-kerken.nl)

3. LHC Schutjes, Geschiedenis van het bisdom ‘s-Hertogenbosch, dl.5 (St. Michielsgestel 1876), blz. 687, blz.643 en blz.778.

4. H. Bots e.a. Noordbrabantse studenten 1550-1750, BGZN dl. 44, blz.520.

5. A.M. Frenken, Helmond in het verleden, deel 2, 1929, p.132-135

6. Heemkamer Gemert, Genealogische gegevens: Parenteel van Hanrick Dierckx die men heit die Moller (samengesteld door Willy Ivits).

7. LHC Schutjes, Geschiedenis van het bisdom ‘s-Hertogenbosch, dl.5 (St. Michielsgestel 1876), blz. 643.