GH-2003-01 Over de auteur Martien van der Wijst

Wim Vos

Martinus Adrianus van der Wijst werd op 2 april 1934 geboren te Gemert in De Haag als zoon van Antonius van der Wijst (1884-1946) en Allegonda van den Berk (1896-1984). Van zijn inwonende oudoom Antonius Pius van den Berk (1872-1947) leerde hij de eerste echte oude Gemertse woorden tijdens de talloze wandelingen die hij en zijn zus aan zijn hand maakten in het mooie Gemertse land.

Martien bezocht de Komschool van 1941 tot 1947 en daarna de Latijnse School te Gemert. Zijn medeleerlingen verbleven veelal in “kosthuizen” in het dorp, maar Martien kon aan het eind van een welbestede dag gewoon naar huis in de Achterhaag naar het boerderijtje van zijn ouders. Na zijn gymnasiale opleiding hield hij het in 1953-’54 bijna een jaar uit in het noviciaat van de Paters van de H. Harten in Ginneken. Hij ruilde de toog in voor het uniform van de Stoottroepen om zijn militaire dienstplicht te vervullen van 1955-’56. Hij “kwam op” in Venlo-Blerick, en via Kampen  Apeldoorn en Schalkhaar sloot hij in Stroe zijn legercarrière af als korporaal-administrateur bij de Limburgse Jagers.

Na deze episode deed Martien examen voor de Rijksarchiefschool en liep daartoe stage op het Rijksarchief in Den Bosch van 1956-’59.

Daarna was hij tot 1969 werkzaam in het Rijksmuseum voor Volkskunde “Het Nederlands Openluchtmuseum” te Arnhem. Na een kortere periode (1970-’73) bij het Hulpdepot van de Rijksarchiefdienst te Schaarsbergen in Gelderland werd Martien, die wel van afwisseling hield, aangesteld bij de Gemeente Heerlen in Limburg als chef de bureau bij de dienst Archief en Museum. Ook personeelszaken hadden zijn interesse en zo kwam hij terecht bij de personeelsdienst van die gemeente. Daarna kreeg hij nog te maken met stadsontwikkeling, milieuzorg (contacten met 18 milieuorganisaties) en de herindeling van de gemeentes in Zuid-Limburg. Voor zijn werk moest hij nogal eens naar de Raad van State in Den Haag. Na zijn pensionering in 1999 is hij in Heerlen blijven wonen.

Tussen alle bedrijven door was er ook nog tijd voor zijn huwelijk met de Remonstrantse Hermine Koning (1936-2001), met wie hij meer dan 36 jaar lief en leed gedeeld heeft . Twee dochters en een zoon zijn uit hun huwelijk geboren en er is ook al een kleinkind. Daarnaast had Martien nog tijd en zin om actief te zijn in de politiek: van 1971-’73 was hij lid van Provinciale Staten van Gelderland voor D’66. In 1977 begon hij aan de Rijksuniversiteit Leiden de studie rechtsfilosofie, die hij in 1983 bekroonde met het doctoraal examen.

Naast zijn interesse in de geschiedenis van Gemert en het Gemertse dialect is Martien ook geïnteresseerd in de geschiedenis van Limburg (speciaal Heerlen) en publiceert daarover. Verder is hij actief in de Zuid-Limburgse afdeling van de N.V.S.H. (Nederlandse Vereniging voor Sexuele Hervorming) en de Landelijke Commissie van Toezicht van die vereniging. Hij is ook medeoprichter van La Lune, de Loge Sittard van de Vrijmetselarij en functioneert in de loge als “redenaar” en “voorbereider”.

In Gemert is Martien secretaris geweest van de Heemkundekring en lange tijd hoofdredacteur van ons blad tot 1973. Hij woonde toen al in Arnhem. Al die tijd, maar ook daarna, heeft Martien gedegen bijdrages geleverd voor Gemerts Heem. Een volledige bibliografie is hier onmogelijk, maar we noemen in ieder geval zijn grotere publicaties over Gemert: Beknopte Geschiedenis van Gemert (1ste druk 1961, 2de herziene druk 1972, 3de druk, wederom herzien, aangevuld en nu ook fraai geïllustreerd 1980), Gemertse Woordenlijst (speciaalnummer van Gemerts Heem, nr. 61, 1975-’76), Gedaachte èn Gedeechte (vertalingen in het Gímmers van gedichten van de Limburgse dichter Nic. Bout, 1979), en samen met W.J. Vos, Gemerts Woordenboek, Een keuze uit de woordenschat van het dialect van Gemert (1996). Dat zijn liefde voor Gemert nog niet voorbij is bewijst dit speciaalnummer van Gemerts Heem.

Bekijk PDF