GH-2002-03 Oproep om Gemert met het geweer te verdedigen
Maria van de Vossenberg-Lorteije
In mijn speurwerk naar ‘Gemerts Verleden’ vond ik in het gemeentearchief een interessant stuk uit 1674. Er was in dat jaar van alles aan de hand in onze contreien. In het rampjaar 1672 hadden Frankrijk, Engeland alsook Keulen en Munster de Republiek der Nederlanden de oorlog verklaard. Admiraal De Ruyter bezorgde de Frans-Engelse vloot een paar nederlagen waarna Engeland zich uit de oorlog terugtrok. Maar de Frans-Nederlandse oorlog zou nog duren tot de Vrede van Nijmegen in 1678. In 1674 lagen de Franse legers van de zonnekoning (Lodewijk de Veertiende) in Noord-Brabant. En Gemert was door haar ‘status aparte’ van Vrije Heerlijkheid officieel dan wel neutraal gebied maar het viel de Commanderije kennelijk toch niet mee om buiten alle strijd te blijven. De Fransen trachtten Grave aan de Maas te veroveren en vanuit Den Bosch oordeelde men het uit vermoedelijk strategisch oogpunt van belang om onder meer in Gemert een legereenheid van het Bossche garnizoen te stationeren. Om de bevolking zoveel mogelijk gerust te stellen publiceerde de commandant van het Bossche garnizoen op 16 februari 1674 een plakkaat ’teneinde te beletten alle moedwil en overlast welke de omliggende plaatsen mochten ondervinden van het garnizoen van ‘s-Hertogenbosch’. Maar dat was ‘onze’ Gemertse commandeur Virmundt allemaal nog niet genoeg. Want hij kwam daaroverheen op 4 maart 1674 ook met een Gemerts plakkaat. En dat is het stuk dat mij nu zo interesseerde. Het kostte me trouwens heel wat hoofdbrekens voordat ik alles snapte. Begrepen heb ik nu, dat ze het ook vroeger niet met eenvoudige woorden konden zeggen…
Virmundt verwijst eerst naar het plakkaat van de Bossche legeraanvoerder, zegt dan dat te willen ‘seconderen’, en pakt vervolgens uit met wat er in Gemert moet gebeuren als er onverhoopt toch ‘excessen ende infractien’ gepleegd worden die de vrijheid en de privilegies van Gemert aantasten. Dan moet direct in het dorp de klok worden geslagen. Dat is dan het sein waarop zo’n beetje iedereen in het geweer moet komen. En met name de rotmeester, de uit de bevolking daartoe aangewezen ‘aanvoerder’ van een wijk of gehucht, krijgt daarbij de verantwoording. Hij moet er op toezien dat iedereen die een geweer of anderszins heeft gekregen dat die als de klok wordt geslagen dan ook met zijn wapen komt opdagen zodat daadkrachtig tot arrestatie van inbreukplegers kan worden overgegaan. Diegenen die verzuimen op te komen krijgen een straf (=peen) van ‘een pont groot’. En ook degenen die zich niet wapenen zoals het hoort moeten door de rotmeester als ‘defectueusen’ worden ‘aangegeven’ bij de schout. En als de rotmeester dat laatste nalaat dan wacht hem dezelfde boete (=amende) als ‘den defectueuse’.
De exacte tekst van het plakkaat van de commandeur van Gemert volgt hierna:
Wij Ambrosius vrij heere van Virmundt, Duijts Ordens Ridder, Commandeur ende Stadthouder van die Vrij Neutrale Heerligheijt Gemert, willende seconderen die goede intentie ende voornemen van den voorschreven Heere Commandeur van ‘s-Hertogenbosch, mede oock onse lieve onderdaenen, bevrijen ende beschudden int toecomende van dusdanige excessen ende infractien geschiedende teghens die privilegien ende vrijheijt deser plaetse bevelen ende ordoneren, gelijck wij bevelen ende ordoneren mits desen, dat ingevalle alsulken moetwil alhier quame bedreven oft gepleght te woorden, dat men aenstonts die clocke sal slaen ende een ijder mit sijn geweer, daer op hij door die Rotmeester gestelt is compareren op die peene van een pont groot, promptelijck te execuiteren ten laste der defaillanten om alsoe die moetwilligen in apprehensie te neemen ende over te leveren aen haere ovrigheijt – oock is onsen wille ende begeerte dat ieder Rotmeester bij sijn Rot sal compareeren om alsoe te gevoeglijker te connen achterhaelen ende bemercken die defaillanten ende waer het saecken dat iemant compareerde sonder behoorlijcke waepenen ende den Rotmeester die selve aen den Heere Schout niet en hadde aengebracht, soo sal den selven Rotmeester vervallen in die selve amende als den defectueusen waernaer ieder sich kan stellen, want het ons alsoe gelieft Regeren op ons Casteel van Gemert, den vierden Martij 1674.
Was getekend: A. van Virmundt
Bron: Oud-archief Gemert 1407-1794 invnr. 900-a
Bekijk PDF