GH-2001-01 Heemkundebeoefening
Ook de heemkundebeoefening is aan verandering onderhevig, door de wijze waarop zij naar het verleden kijkt, hoe zij het verleden beschrijft en een plaats geeft in de tijd waarvan zij zelf actief deel uitmaakt.
Als wij het hebben over het verleden, praten wij over iets dat achter ons ligt. Maar dat verleden was eens ‘actuali-tijd’. Bij elke stap die wij zetten op het veld van de tijd verwerkelijken wij niet alleen datgene wat nog niet is, maar hernemen daarbij ook datgene dat reeds geworden is en scheppen daardoor opnieuw wat verleden wordt. Binnen onze cultuur beleven wij tijd als een voortgaand proces dat zich in één richting beweegt van verleden naar toekomst, waarbij het heden op het snijpunt van beide ligt.
Tijd ervaren wij ook aan den lijve als groei en veroudering. In het proces van geboren worden en sterven schrijdt de tijd voort, doordat iedere nieuwe mens meer is dan de herhaling van de soort. Hij draagt bij tot het ontwerp van de wereld en laat daarin zijn sporen na.
Ook de tijd vandaag de dag rijgt zich aan het verleden, dat daardoor niet op één moment bevroren kan worden. Door oog te hebben voor de veranderlijkheid, die ook het verleden omsluit, blijft de heemkundebeoefening bij de tijd.
Het zijn deze gedachten die geïnspireerd hebben tot het ontwerp van de omslag voor Gemerts Heem in het jaar dat de Heemkundekring haar zestig-jarig bestaan ingaat. In het ouder worden zijn de jaren niet louter opgeteld als gelijkblijvende meeteenheden, maar rijgen zij aaneen als een groei in de tijd.
Bekijk PDF