In Memoriam Peter Lathouwers

Op 13 mei 2019 is totaal onverwachts Peter Lathouwers overleden. De geboren en getogen Handelnaar is 64 jaar geworden.

Ad Otten schreef een mooi In Memoriam

Iedereen neem ik graag even mee terug naar 1977. Bestuursverkiezing bij de Gemertse heemkundekring, bekend gebleven als een paleisrevolutie en een coup van vier jongeren. Eén van hen was Peter Lathouwers, 22 jaar. Een uitzonderlijke leeftijd als bestuurslid van een vereniging die voor de overgrote meerderheid bestond uit ouderen. Ik was veruit de oudste van de nieuwe garde en het is me altijd bijgebleven hoe Peter zich schaarde aan de sterk verjongde bestuurstafel. “Wat kan ik doen?” (en) “Zég ’t mar!”

Woorden die, na zo’n 42 jaar,hem zijn blijven tekenen als doener. Als ’n gróte doener. Peter werd de nieuwe penningmeester, ‘d’nbèèlhaawer’ heet dat in ’t Gímmers mar zelf koos hij voor ‘de lathaawer’. In die functie was hij betrokken bij alle activiteiten. De meeste waren nieuw. Werkgroepen, praatavonden, boekuitgaven, cursussen, samenwerking met het gemeentearchief, tentoonstellingen, huur en inrichting van een ‘thuis’ in de Latijnse School, en niet te vergeten het eigen Hándels onderzoek.

In een paar jaar tijd verzamelde hij ook álle krantenberichten van 1880 tot en met 1900 over Gemert en de kerkdorpen. Een selectie is uitgegeven onder de titel Gemerts Nieuws. Hij startte ook een nieuwe uitgavenreeks Gemert-in-beeld met oude prenten van – let op de volgorde – Handel, Mortel, Elsendorp, Gemert. Mét Peter van den Elsen schreef hij de Geschiedenis Lager Onderwijs in Handel en met dezelfde Peter in 1982 bij gelegenheid van een groot gildenfestijn ‘Dor hedde de Skut’. Een bijzonder en betrouwbaar handboek over de oudste verenigingen van Gemert. Elke schut kan zich daarin spiegelen.

Na zes jaar penningmeester/lathaawer wordt Peter voorzitter van de heemkundekring en blijft dat twaalf jaar (1995). En de kring bleef groeien: in leden, in boekuitgaven en in activiteit. Voor Handel staat Peter in de heemkundekring óp, voor een stichting tot behoud van de Handelse keskes. Alle beelden waren onthoofd. Zonder hem (en Ton Grassens)hadden we geen Keskesdijk van Gemert naar Handel meer gehad. En… zouden we zonder Peter nog dát van Gemertse makelij zijnde 17de-eeuwse orgel hebben gehad? Peter zorgde ook voor de juiste beschildering van dát wapenbord dáár van de toenmalige Vorst van Gemert, financier van ’n orgelrestauratie tweede helft 18de eeuw. Wist u dat landcommandeur Casper Van der Heijden de Belderbusch, premier was van het Keurvorstendom Keulen? Jahaa, dat was ok gin kleine jongen. Peter en ik hebben ‘m goed gekend…

Intussen ben ik amper halfweg Peters’ inzet voor historisch en cultureel erfgoed van Handel en de rest van Gemert. Ik moet heel veel overslaan. Twee dingen moeten me nog van ‘t hart.

EEN: Nauwelijks ‘n week geleden stuurde Peter een mailtje met in Lübeck gemaakte foto’s van een eeuwenoud pand met op de zijgevel ’n fraai wapenbord van de Duitse Ridders en in grote letters de datering “Um 1220”. Te gekke vondst! Dat is ‘t jaar dat de Orde ook in Handel de Commanderij vestigt, die twee eeuwen later naar Gemert gaat.En dan komt meteen ok in me op: ’n stralende Peter met geheven vinger “Op Hándel is álles begonnen!”

TOT BESLUIT breng ik in memorie zijn zo prachtig vormgegeven “In eeren ende oirbaer Onser Vrouwe te Haenle – Kerk en bedevaart Handel” uit 2005. Ik heb ’t altijd genoemd de museumgids van alle Schatten van Handel. Greetje, Peter junior, Martijn, hij noemt jullie op de eerste pagina met dank voor alle geduld. Bij die dank van een bijzondere en sterke steunpilaar, ook voor ons, sluit ik me namens de heemkundekring heel graag aan.

Ad Otten