GH-2020-04 Van klei tot brons; Toon Grassens, door Simon van Wetten

W i m  Vo s 

Op zondag 6 september j.l. werd een magistraal boek over de Gemertse beeldhouwer en restaurateur Toon Grassens gepresenteerd op het dorpsplein van het Boerenbondsmuseum, in de openlucht, vanwege de coronacrisis.

Ik maakte al kennis met Toon in 1964/’65 in de BBA-bus van Gemert naar Den Bosch. Toon werkte toen als restaurateur aan de St.-Jan en ik op een school in de Postelstraat. Toon vertelde toen al enthousiast over zijn werk als beeldhouwer of las in een boekje over de opleiding van politiehonden. Simon slaagt erin Toon te portretteren zoals ik hem gekend heb. Bij de opsomming van de talrijke werken heeft de auteur monotonie weten te vermijden door telkens binnen de vaste volgorde van opdracht tot onthulling van het werk, andere accenten te leggen, de ene keer op de bijzondere productie, de andere keer op de omstandigheden tijdens de productie of op de bijzondere persoon die afgebeeld is. Daardoor krijgt de lezer een uitstekend beeld van de productiviteit, veelzijdigheid en inleving van Toon in de persoonlijkheid van de afgebeelde persoon/personen en de bedoeling van de opdrachtgever(s). De leesbaarheid wordt nog verhoogd door de humoristische stijl van de auteur, waardoor de aandacht van de lezer geen kans krijgt af te dwalen. In het voorwoord gaat Ad Otten in op de grote rol van Toon Grassens bij het weer zichtbaar maken van de historie van het eens souvereine Gemert in het straatbeeld, de doelstelling van de werkgroep Gemert Vrijstaat van de heemkundekring. In de biografie laat de auteur Toon zelf aan het woord. Toon vindt dat hij allereerst een ambachtsman is, die zoals vroeger heel gewoon was in opdracht werkt; het woord ‘kunstenaar’ vindt hij veel te pretentieus en hij vertelt hoe hij aan de L.T.S. de opleiding voor huisschilder doet en daarna reclametekenen en schilderen. Dan pas worden zijn ware talenten ontdekt en gaat hij naar de kunstacademie in Den Bosch, die hij na vijf jaar verlaat zonder diploma. Na zijn militaire diensttijd trouwt hij met Stannie van Crey (die een heel belangrijke rol zal spelen in zijn leven), wordt restauratiebeeldhouwer aan de Sint-Jansbasiliek in Den Bosch en na drie jaar modelleur bij de DAF-fabrieken in Eindhoven. Dat laatste bevalt hem niet en na een cursus lastechnieken wordt hij werkplaatsasssistent aan de Kunstacademie in Den Bosch. Na dertien jaar moet hij daar mee ophouden wegens herniaklachten maar besluit voor zichzelf te gaan werken. In 1987 kopen Stannie en hij de boerderij aan De Haag 49. Hij bekwaamt zich verder in allerlei moderne technieken om aan de eisen van zijn talrijke opdrachtgevers te voldoen en neemt zelfs een assistent in dienst. De auteur laat Toon zelf uitvoerig aan het woord over zijn verdere ontwikkeling als vakman. Vanaf pagina 11 worden met behulp van korte maar indringende teksten en schitterende foto’s alle werken van Toon getoond. Natuurlijk ook het schitterende ‘Stannie in verwachting’.

Soms gaat het om restauratieopdrachten waarbij het verbazingwekkende vakmanschap van Grassens opvalt en de eerbied die hij daarbij tentoonspreidt voor de bedoelingen van de oorspronkelijke maker, maar ook verbazingwekkend veel werken die hij in opdracht maakte. Daarbij was hij natuurlijk enigszins gebonden aan de bedoeling die de opdrachtgever had, maar Toon slaagde er altijd in met zijn eigen artistieke interpretatie van de opdracht een werk te creëren dat ver uitgaat boven het puur ambachtelijke. Voorbeelden daarvan zijn er te over: de stier (in aanvalshouding), Bonfire, de melkboer, de beeldengroep in Ruijschenbergh, de Gildebeelden in Gemert, de Peelwerker, Kinderen, Stier Sunny Boy (in Heerenveen) en niet te vergeten Toons werken in de nieuwe Sint-Joriskapel in Gemert. En dan hebben we het nog niet eens gehad over zijn werken in Canada, Korea, Japan (Holland Village), Italië en Duitsland. Misschien is een van Toons grootste verdiensten zijn belangstelling voor en karakterisering in steen en brons van de gewone mens. Bij hem zijn het niet langer uitsluitend de autoriteiten die na hun dood ons straatbeeld mogen bepalen. Kortom: een hommage aan een door sommigen onderschatte restaurateur/beeldhouwer en verplichte literatuur voor elke in kunst en geschiedenis geïnteresseerde.

2020-04-Van-klei-tot-brons-Toon-Grassens.pdf