GH-2020-04 Kapittelstokjes: Over de Paardenstal in het kasteel…

Ad Otten

Het was in de oorlogsjaren 1940-1945. Missionarissen, priesters en broeders van de congregatie van de Heilige Geest waren vanaf het begin van de Duitse bezetting gebonden aan het kasteel in Gemert. Hun missiegebieden in Afrika en Brazilië waren onbereikbaar geworden. En elk jaar kwamen er nog weer priesters bij. De afgestudeerden van het op het kasteel gevestigde groot-seminarie werden priester gewijd en de meesten daarvan bleven op het kasteel wonen, En al die priesters – aan het eind van de oorlog zo’n 60 à 70 man – moesten elke dag een Heilige mis opdragen. De bel-etage van de westvleugel van de hoofd- burcht, oftewel de grote zaal die tot 2011 bij de leden van de congregatie in gebruik was als ‘de soos’, is in die oorlogsjaren daarom speciaal uitgerust om aan die misbehoefte te kunnen voldoen. In de zaal werden schotten geplaatst met daar tegenaan heel veel altaartjes. Het zijn de misdienaars geweest die toen aan deze missenzaal de naam gaven van “de paardenstal”. In de loop der jaren waren juist zij met veel minder in aantal geworden. Om al die missen bij te kunnen houden hadden zij zich tussen al die altaartjes te haasten van de ene Heilige mis naar de andere. En niet zelden gebeurde het dat zij werden verrast door een plotseling achterwaarts gericht been van een knielende priester, dat overkwam als een stamp of een schop van een paard. Vandaar de naam ‘Paardenstal’. Pas in 1946 komt er met het vertrek van zo’n 120 spiritijnse priesters en broeders eindelijk weer wat ruimte op het kasteel. Het is het einde van “de Paardenstal”.

2020-04-Kapittelstikjes-Over-de-Paardenstal-in-het-kasteel….pdf