Martin Breeuwerexcursie

Het programma voor de jaarlijkse Martin Breeuwerexcursie is bekend. De reis gaat naar Kinderdijk en naar het vestigingstadje Woudrichem. Als organisatie dachten we, dat het interessant is om molens een thema van deze excursie te maken. Zeker nu onze plaatselijke molens de aandacht krijgen die ze verdienen. Een van de negentien molens van Kinderdijk wordt bezocht die het wonen, leven en werken van families rond 1900 laat zien. Een film, boottochtje en een korte wandeling maken het bezoek compleet.
Na de lunch vertrekt de bus naar Woudrichem waar een drietal gidsen de groepen al wandelend door het vestingstadje meenemen. De koffie met appeltaart en de lunch met een kroket worden zeker niet vergeten.

De deelname prijs is € 49,00 voor leden van de heemkundekringen in Gemert, De Rips en Bakel &Milheeze. Ook niet leden zijn welkom. Zij betalen € 55,00. Aanmelden kan via de webshop van Heemkundekring De Kommanderij Gemert: www.heemkundekringgemert.nl tab webshop tab excursies. Of door overmaking van het te betalen bedrag op het rekeningnummer NL54 RABO 0116 1972 26 t.n.v. Heemkundekring Gemert onder vermelding van ‘Martin Breeuwerexcursie’ en uw naam- en adresgegevens in het bericht te plaatsen.
Voor vragen kunt u terecht bij Tony Brouwers: t.brouwers1@gmail.com 

Het programma
07.30 uur Vertrek van Gerardusplein naar Kinderdijk
9.15 uur Ontvangst met koffie/thee, appeltaart (slagroom) bij de uitspanning De Klok.
10.15 uur Vertrek met bus naar aanlegsteiger.
12.45 uur terug naar De Klok (met bus) voor lunch
14.15 uur vertrek naar Woudrichem
15.15 uur rondleiding Woudrichem
16.30 uur vrij programma, individueel in te vullen
18.00 uur vertrek naar Gemert
19.00/19.30 terug op Gerardusplein

De molens van Kinderdijk
De molens van Kinderdijk betreffen negentien molens in het noordwesten van de Alblasserwaard, een streek in de provincie Zuid-Holland. Alhoewel ze worden aangeduid als behorend tot het dorpje Kinderdijk (gemeente Molenwaard) ligt één molen net daarbuiten (De Blokker), in de gemeente Alblasserdam.
Het gaat om poldermolens, die twee molengangen vormen en een grote (ook internationale) toeristische trekpleister zijn. Alle negentien molens van het complex zijn eigendom van de Stichting Werelderfgoed Kinderdijk. Sinds 1997 staan ze op de Werelderfgoedlijst van UNESCO en het gebied is tevens een beschermd dorpsgezicht.
De molens bij Kinderdijk zijn gebouwd vanaf het einde van de vijftiende eeuw, maar de huidige molens dateren bijna allemaal uit 1738 en 1740. Het zijn achttien grondzeilers en één wipmolen met een open scheprad. De lengte van de wieken is gemiddeld 28 meter en de bouw van een molen kostte toen ca. fl 4750,00 en de molenaar verdiende ca. fl 40,00 per jaar.

Geschiedenis van Vestigingsstad Woudrichem
Woudrichem is ontstaan in de negende eeuw. Op een oeverwal, waar zich nu de Hoogstraat en de Molenstraat bevinden, ontstond een marktplaats. Rond het jaar 1000 verschenen, merendeels ten noorden van de Alm, een aantal nederzettingen die op Woudrichem waren gericht. De Maas stroomde aanvankelijk niet langs Woudrichem. De hoofdstroom van deze rivier stroomde eerst ongeveer door de bedding van de huidige Bergsche Maas, later was de Alm de hoofdstroom, en nog later de huidige Afgedamde Maas, tot in 1904 de Bergsche Maas werd gegraven.
Woudrichem lag strategisch aan de samenvloeiing van Maas en Waal in de invloedssfeer van zowel het Hertogdom Brabant, Gelre en het Graafschap Holland. In 1322 werd het Land van Altena bij het Graafschap Holland gevoegd om pas in 1815 bij de nieuw gevormde provincie Noord-Brabant te worden ingedeeld.
In de veertiende eeuw was de stad zo uitgegroeid, dat de Heer van Altena, Willem VII van Horne, in 1356 stadsrechten verleende aan Woudrichem. De graaf van Holland verplaatste in hetzelfde jaar de grafelijke riviertol van Niemandsvriend, gelegen in Sliedrecht, naar Woudrichem. Hierdoor en door andere voorrechten, zoals het visrecht uit 1362 – verleend door Dirk Loef van Horne, bouwer van Slot Loevestein – kwam de plaats tot bloei.

Beschermd stadsgezicht
In deze tijd werd ook de Martinuskerk gebouwd. In 1386 begon men met de bouw van de stadsmuur. Het was in dit jaar dat de Graaf van Holland het Land van Altena naar zich toetrok. Onderhandelingen tussen Jan IV van Brabant en Jan VI van Beieren leidden tot de Zoen van Woudrichem (1419). Hierna begon de economie te tanen, toen in 1420 de tol naar Gorinchem werd overgebracht en in 1421 de Sint-Elisabethvloed huishield. De situatie verslechterde verder, mede door militaire activiteiten.
In 1814 werd Woudrichem opgenomen in de Nieuwe Hollandse Waterlinie. In de omgeving van de stad mocht voortaan niet meer gebouwd worden en in 1815 werd in de dijk een sluis gebouwd waardoor het omliggende land zou kunnen worden geïnundeerd. Pas in 1926 werden de bepalingen versoepeld en eerst in 1955 werd de vesting opgeheven. Dit schiep de mogelijkheid om woonwijken buiten de vestingwallen aan te leggen. Vanaf 1971 is de historische stadskern gerestaureerd. Dit centrum is geklasseerd als beschermd stadsgezicht.