GH 2023-4_Graf van dokter J.C. Kuijper en zijn vrouw C.J. Sormani

Naar PDF-bestand met illustraties klik hier

Cas Jamin

In Gemert-Bakel zijn oude grafmonumenten te vinden die de hedendaagse voorbijganger niet veel meer zeggen. Dit vormt de aanleiding om in de archieven op zoek te gaan naar die vroegere levens en tegelijkertijd de graven te beschrijven. Op het oude kerkhof van de kerk van Sint-Jans Onthoofding in Gemert is het graf te vinden van Johannes Cornelis Kuijper (1841-1929) en Carolina Joanna Sormani (1843- 1927)1.

 Het familiegraf bestaat uit een sober vormgegeven tombe die is vervaardigd uit grijze steen. De tombe is opgebouwd uit een voet, een middendeel en een deksteen. Een zwarte natuurstenen plaat met daarin de personalia van de overledenen gebeiteld, bedekt de onderste helft van de deksteen. Op de bovenste helft ervan is een liggend Latijns kruis aangebracht, met eveneens een afwerking in zwarte natuursteen. De deksteen is zwaar uitgevoerd en loopt vanaf het midden wat af naar de zijkanten, zodat de deksteen in het midden dikker is en naar de zijkanten uitlopend dunner wordt. Onder de natuurstenen delen houdt de dekplaat zijn volle dikte. Getuige de inscriptie linksvoor aan de voet is het graf vervaardigd door ‘H. Raaijmakers’ uit Helmond.

Het grafopschrift vermeldt over het echtpaar: “Ter gedachtenis aan onze lieve ouders mevrouw Carolina J. Kuijper–geb. Sormani *1-4-1843 †10-9-1927 en den weledele zeergeleerde heer doctor J.C. Kuijper *13-4-1841 †10-1-1929”.

Jeugd en afkomst
Johannes Cornelis (Jan) Kuijper wordt op 13 april 1841 geboren aan het zogenoemde Lange Eind in Soest2. Hij is de jongste van de vijf zonen die geboren worden uit het huwelijk van Frans Kuijper (1808-1878) en Elisabeth Francisca Pen (1809-1851). Vader Frans, plaatselijk bekend als ‘Dokter Kuijper’, is gemeentelijk geneesheer in Soest. Hij is in 1832 gepromoveerd aan de Universiteit van Utrecht. Opmerkelijk, want als zoon van een kleermaker is hij van relatief eenvoudige afkomst. Als gemeentearts is het zijn taak om de minder welvarende inwoners van Soest te voorzien van medische zorg. Moeder Elisabeth is dochter van een landbouwer die ook logementhouder is. Hun tweede zoon overlijdt, voordat hij twee jaar oud is. Rond 1836 laat dokter Frans Kuijper voor zijn gezin de riante villa ‘Lindenheuvel’ bouwen in Soest, met een afzonderlijke koetsierswoning en diverse bijgebouwen, omgeven door een grote tuin. De jeugd van Johannes en zijn drie oudere broers – Arnoldus (*1834), Hermanus (*1837) en Franciscus (*1839) – speelt zich voor het grootste deel in en rond deze villa af. Johannes is tien jaar oud als zijn moeder in 1851overlijdt na een lang ziekbed. Een hulp in de huishouding wordt aan het personeel toegevoegd om het gezin draaiend te houden. Acht jaar later, in 1859, hertrouwt dokter Frans Kuijper met de 34-jarige weduwe Charlotte Woldina Maria Slaghek, die vier dochters uit haar eerste huwelijk meebrengt. Samen krijgen ze nog een zoon, Lambertus Johannes (*1860). Bij het tweede huwelijk van hun vader is Johannes 18 jaar oud en zijn broers zijn vooraan in de twintig.

Studententijd en huwelijk
In navolging van zijn vader en oudste broer studeert Johannes geneeskunde. Eerst in Utrecht en daarna in Groningen3. In 1866 wordt Nederland geteisterd door een cholera-epidemie4. De 25-jarige geneeskundestudent Johannes verblijft dan in Groningen. Hij wordt er geselecteerd als vrijwilliger bij de bestrijding van de ‘Aziatische’ cholera. Voor dit werk ontvangt hij later onderscheidingen in de vorm van een bronzen penning van Koning Willem III en een zilveren erepenning van de stad Groningen5. De in deze periode opgedane ervaringen dragen bij aan een groeiend besef dat een goede hygiëne en toegang tot medische zorg van wezenlijk belang zijn voor de volksgezondheid. Als jonge arts raakt Johannes vertrouwd met het belang van de routinematige desinfectie (antisepsis) van de handen en instrumenten van de geneesheer6. Tussen ongeveer 1847 en 1875 leggen de artsen Ignaz Semmelweis en Joseph Lister de basis voor deze ‘antiseptische methode’, maar het duurt nog jaren, voordat die onder medici is ingeburgerd7.

Waarschijnlijk is het tijdens zijn studententijd in Groningen dat Johannes zijn latere echtgenote, de twee jaar jongere Carolina Joanna Sormani, ontmoet. Zij is in de stad Groningen geboren en opgegroeid. Haar vader is de koopman, handelaar en grossier Antonius Rudolphus Sormani8. Haar moeder is Emma L.P.P. Usellino, die na de dood van haar man in 1860 een aantal van zijn handelsactiviteiten voortzet9. A.R. Sormani volgt in 1854 zijn vader op als directeur-administrateur van de Machinale Vlasspinnerij in Groningen. Ook verwerft hij inkomen uit de verhuur van weiland en veldgronden, uit beleggingen en uit andere zakelijke activiteiten. Daarnaast is hij penningmeester van ‘Sociëteit De Harmonie’ en van de mede door hem opgerichte ‘Vereeniging voor Dienstboden’. Die vereniging streeft naar een beter loon en betere arbeidsvoorwaarden voor dienstboden, waardoor zij langer aan een huishouden verbonden blijven. Verder is hij in Groningen lid van de kiesvereniging en de Kamer van Koophandel en Fabrieken. Ook is hij lid van de ‘Kommissie belast met het toezigt op de Stads-Bewaarschool voor kinderen van twee tot vijf jaren’ in Groningen. Bovendien is hij op charitatief gebied actief, onder meer als ‘Commissaris voor de Spijsuitdeeling aan Behoeftigen’. Zo zorgt hij samen met andere commissarissen dat armen een paar keer per week warm kunnen eten. Het is daarom goed denkbaar dat Johannes via zijn werk met arme cholerapatiënten in contact is gekomen met A.R. Sormani en langs die weg ook diens dochter Carolina heeft ontmoet.

Johannes behaalt zijn artsdiploma op 30 april 1870 en gaat achtereenvolgens als arts in verschillende plaatsen aan het werk10. Op 7 september 1871 trouwt hij (30) in Haarlem met Carolina Joanna Sormani (28)11. Het echtpaar gaat wonen in een statige woning in Soest, waar hun twee oudste zonen Franciscus (*1872) en Elies (*1874) worden geboren. In 1875 verhuist het gezin naar Helmond, waar derde zoon Willian (*1875) en dochter Catharina (*1876) ter wereld komen. In 1877 verhuist het jonge gezin Kuijper naar Laren NH, om in 1879 voor een klein jaar in Amersfoort te verblijven. Ondertussen is Johannes naast zijn werk blijven studeren. Hij promoveert op 19 september 1879 aan de Rijksuniversiteit Utrecht tot doctor in de geneeskunde, met het proefschrift ‘Proeve van verklaring der verschijnselen van loodvergiftiging bij den mensch’12.

Gemeentearts in Gemert
Op 1 mei 1880 wordt in Gemert de 39-jarige dokter Kuijper aangesteld als gemeentelijk geneesheer en verloskundige13. Zijn hoofdtaak is het verlenen van medische en verloskundige zorg aan armlastigen. Neventaken zijn het toedienen van vaccinaties tegen bijvoorbeeld de koepokken, de keuring van schutterplichtigen en de doodsschouw. Zijn werkgebied omvat behalve Gemert ook Aarle-Rixtel, Bakel, Boekel, Beek en Donk, Erp en Handel. Samen met zijn vaste koetsier Arnoldus Roijackers (‘Nol van den Dokter’) snelt hij, dag of nacht, weer of geen weer, over de vaak slecht begaanbare zandwegen naar zijn patiënten. Het geduld en de kunde waarmee hij bevallingen begeleidt is vermaard in de regio14. Door zijn aandacht voor hygiëne, wat in deze tijd bepaald nog geen vanzelfsprekendheid is, komen infecties als kraamvrouwenkoorts in zijn drukke praktijk niet of nauwelijks voor. Hij komt bekend te staan als een ‘onbaatzuchtige vriend van armen en bedrukten’. Hij heeft een markant gezicht met een lange, volle baard. Zijn aanwezigheid blijft nooit lang onopgemerkt, want hij is een ‘bruyanten man’ (luidruchtig). Dit in tegenstelling tot zijn vrouw Carolina, een belangstellende, stille en bescheiden dame. Het voorkomen van dokter Kuijper is erg plechtig, maar hartelijk. Altijd gaat hij gekleed in deftige, zwarte kleren. Buitenshuis heeft hij steevast zijn hoge, zwarte hoed op, die naast hem op tafel staat zodra hij ergens binnen is.

Als dokter Kuijper enige tijd in Gemert woont, laat hij op de Heuvel ‘Villa Polder’ bouwen voor zijn gezin, inclusief een inpandige spreekkamer rechts van de voordeur15. Tegen beide zijgevels van de villa wordt, terugwijkend van de voorgevel, een koetshuis gebouwd. Bij de villa in eclectische stijl wordt een ruime tuin aangelegd met kastanjebomen, een vijver en bloemperken. De oplevering is in 1884. Naast de voordeur is een gevelsteen te zien, gelegd door het jongste kind, de 8-jarige Catharina: “Eerste steen gelegd door mej. C. Kuijper 5 october 1884”.

In maart 1897 overlijdt het hoofd van de geneeskundige dienst van ‘het krankzinnigengesticht’ Huize Padua in Boekel, de heer J. B. van Erp. Daarna neemt dokter Kuijper diens functie een tijdlang waar, naast zijn eigen praktijk16. Gedurende 37 jaar is J.C. Kuijper de enige arts in Gemert17. Door de omvang van zijn praktijk kan hij onmogelijk in zijn eentje alle vraag om medische en verloskundige zorg tijdig bieden. Desondanks blijven verdere investeringen door de gemeente in de publieke gezondheid lange tijd uit, zelfs na aandringen van landelijke instanties. Dokter Kuijper wordt wel bijgestaan door baaksters zoals Hanneke Baggermans-van Gemert (1860- 1937), die hij zelf opleidt18. Hij stuurt deze baaksters vooruit om bevallingen zelfstandig te begeleiden tot hij er kan zijn. Van 1900 tot 1911 probeert een gezondheidscommissie jaarlijks de gemeentebesturen van Gemert en Boekel zo ver te krijgen om gediplomeerde vroedvrouwen aan te stellen en andere investeringen in de gezondheidszorg te doen. Dit blijft steeds zonder resultaat. Dokter Kuijper onderhoudt jarenlang een vriendschap met zijn collega, dokter Verbeek uit Veghel. Ze raadplegen elkaar en brengen tijd met elkaar door.

Van dokter Kuijper is bekend dat hij na zijn promotie en aanstelling in Gemert zijn medische kennis niet langer actief bijhoudt, waardoor nieuwe inzichten van de medische wetenschap aan hem voorbij gaan19. Ook na de doorontwikkeling van het automobiel, in de jaren na 1886, blijft dokter Kuijper zijn paard en rijtuig trouw20. Zoals wel meer tijdgenoten heeft hij geen vertrouwen in dit nieuwe vervoermiddel dat hem sneller bij zijn patiënten zou kunnen brengen.

Een enkele keer haalt een ongeval waar dokter Kuijper bij geroepen wordt de krant. Zo meldt de Noord-Brabander van 13 juli 1896: “Hedenmorgen had L. v. d. Kerkhof het ongeluk uit de tweede verdieping van het in aanbouw zijnde postkantoor naar beneden te storten.

Ofschoon men eerst het ergste vreesde, bevond Dr. Kuijper uit Gemert, dat zijn toestand zeer bevredigend was, zoodat hij hedennamiddag naar zijn woning kon worden vervoerd, nadat hij eerst ten huize van Mej. de wed. van Krieken, alwaar hij werd binnengedragen, liefderijk verpleegd was.”

Verder meldt De Zuid-Willemsvaart van 17 maart 1909: “Verleden Zaterdag had alhier een ongeval plaats. De dienstmeid van de Wed. Z. Martens had het ongeluk toen zij een koe van den stal wilde halen door de gladheid te vallen en kwam daarbij zoo ongelukkig op haar arm terecht dat deze brak. De hulp van Dr. Kuijper uit Gemert werd ingeroepen die den arm zette en het zal nog wel een geruime tijd duren vooraleer zij hare gewone bezigheden zal kunnen hervatten.”

Wit-Gele-Kruisvereniging
Pas in 1917 vestigt zich een tweede arts in Gemert, de heer A.A.M. Blom. Dit verlaagt vermoedelijk de werkdruk voor dokter Kuijper, al is Blom geen gemeentearts. Belangrijker voor de armen is waarschijnlijk dat er vanaf 1 maart 1916 een Wit-Gele-Kruisvereniging in Gemert actief is, waarvan pastoor Poell de initiatiefnemer is en dokter Kuiper in de eerste jaren de voorzitter. Het is een katholieke organisatie voor kraamzorg, zuigelingenzorg en wijkverpleging. Het bindt vooral de strijd aan met de hoge sterfte onder zuigelingen en kinderen. Op het moment van de oprichting wordt vlak over de grens van het neutrale Nederland een gruwelijke oorlog uitgevochten. De jonge kruisvereniging staat klaar om assistentie te verlenen bij het militair hospitaal dat in de Latijnse School kan worden ingericht, mocht Nederland alsnog de oorlog in worden gesleurd21.

Uitvliegende kinderen
Johannes en Carolina maken een behoorlijk deel van het leven van hun intussen volwassen geworden kinderen nog mee22. Hun oudste zoon Frans woont een tijdlang in Roosendaal en is daar directeur van een gasfabriek. Tweede zoon Elies werkt eerst als ambtenaar op de secretarie van de gemeente Bergen op Zoom, tot hij in februari 1920 burgemeester wordt van Valkenswaard. Dit blijft hij tot zijn afscheid in april 1940. Derde zoon Willian woont in Rotterdam en verkoopt als handelsreiziger onder andere tabaksartikelen. Dochter Catharina trouwt met een fabrikant en volgt hem naar zijn woonplaats Helmond.

Jubileum en Pensioen
Op 1 mei 1920 is Johannes Kuijper veertig jaar in dienst als gemeentearts23. Als blijk van waardering ontvangt hij dat jaar een salarisverhoging van zeshonderd gulden en het pauselijke, gouden erekruis Pro Ecclesia et Pontifice. In 1923 wordt hij bovendien gedecoreerd als Ridder in de Orde van Oranje-Nassau24. Op 1 januari 1924 stopt hij als gemeentearts en wordt hij in die rol opgevolgd door W.J.H. Tiddens. Dokter Kuijper blijft daarna nog vijf jaar actief in zijn eigen praktijk, die hij steeds naast zijn werk als gemeentearts heeft aangehouden. Bekend is, dat hij weleens klaagt over de betaling door zijn particuliere patiënten; zij treuzelen daar nogal eens mee, of schepen hem af met een paar pannenkoeken25. Zijn echtgenote Carolina J. Kuijper-Sormani overlijdt26 op 10 september 1927 in Gemert, op de leeftijd van 84. Johannes Cornelis Kuijper over lijdt27 op 10 januari 1929 op 87-jarige leeftijd in Villa Polder in Gemert. In Gemert herinnert niet alleen Villa Polder, maar sinds 1953 ook de Dr. Kuijperstraat aan deze bijzondere arts28.

Noten:

  1. Recenter bijgezette overledenen in dit graf zijn om privacyredenen buiten beschouwing gelaten.
  2. BS Geb. Soest 1841, arch. 481, inv. 684-13, akte 28, d.d. 14-04-1841; G. J. M. Derks, ‘Dokter Frans Kuijper (1808-1878) en zijn nakomelingen’, Van Zoys tot Soest, nr. 35-1/2014-2 zomer, pp. 30-41.
  3. Bev.reg. J.C. Kuijper in Groningen periode 1870-1880 Boekdeel 17R Blad 20, index I0512, Arch. 1399 Inv. 2.2.02.6 dl. 6645; ‘Medische jubilea’, Amersfoortsch Dagblad d.d. 21-3-1910, p. 2, Archief Eemland; ‘Naam- en Ranglijst der Nederlandsche Geneesheeren op 1 juli 1911’, Vox medicorum, vol. 11(23), p. 5, nov. 1911; ‘Een Jubilé te Gemert’, De Zuid-Willemsvaart d.d. 1 mei 1920, p. 1; Dr. A. Verbeek, ‘Dokter Jan Kuijper’, Gemerts Heem, 3 (1980), pp. 77-86.
  4. Pieter de Hart, ‘Deze dag: de blauwe dood bereikt Groningen’, Aug. 2020, www.rtvnoord.nl; Jan-Willem Koten, ‘Cholera, de grote sterfte in de 19e eeuw[…]’, www.ngvnieuws.nl, maart 2020.
  5. De Zuid-Willemsvaart dd. 1-9-1923, p. 3; nl.wikisage.org/wiki/Johannes_Cornelis_Kuijper.
  6. Verbeek, a.w.; Anny van de Kimmenade-Beekmans e.a., Van pesthuis tot wijkgebouw: de ontwikkeling van de gezondheidszorg in Gemert en het Wit-Gele Kruis (Gemert, 1991), p. 97.
  7. Wikipedia-lemmata (NL & EN) ‘Ignaz Semmelweis’, ‘Joseph Lister’ en Antisepticum/Antiseptic; ‘Ignaz Semmelweis: Handen wassen in het ziekenhuis!’, Historiek(.net), 20-6-2023.
  8. ‘Vlasspinnerij’, Groninger courant d.d. 24-10-1854; ‘Onderlinge brandwaarborg-maatschappij’, idem, d.d. 21-2- 1855; ‘Advertentie’, idem, d.d. 23-2-1855, p. 4; ‘Geachte Stadsgenooten!’, idem, d.d. 24-9-1847, p. 3; ‘Sociëteit De Harmonie’, idem, d.d. 12-4-1850, p. 3; ‘Notificatie’, idem, d.d. 18-11-1853, p. 1; ‘Advertentie’, idem, d.d. 28-9- 1856, p. 4; ‘Kommissie voor de zondagscholen’, idem, d.d. 25-6-1841; ‘Dankbetuiging’, idem, d.d. 14-11-1856, p. 3; ‘’S GRAVENHAGE, 5 Mei’, Opregte Haarlemsche Courant d.d. 6-5-1852, p. 2.
  9. Familiebericht in De Tijd van 17-12-1860, p. 3; ‘Vries – Rezzago’, Provinciale Drentsche en Asser courant d.d. 24- 11-1869, p. 4.
  10. Derks, a.w; ‘Medische jubilea’, a.w.; Tabel met geneesheren in Vox medicorum, 11(23), 8-11-1911, p. 5; www. wikitree.com/wiki/Kuijper-142; Bevolkingsregisters m.b.t. J.C. Kuijper en gezin: Archief Eemland, 03-10-1871, Bev. reg. Soest 1861-1879, arch. 0902, inv. 668, bl. 218; RHCE, 1-02-1875, Helmond Folio 273, 12100.5191.273, 73; Archief Eemland, 10-04-1879, Bev.reg. Amersfoort 1860-1915, 000201_1396.
  11. BS Huw. Haarlem, 7-9-1871, Noord-Hollands Archief, inv. 21871, akte 192.
  12. ‘Bevorderd’, Het vaderland dd. 30-9-1879.
  13. Aanstellingsbrief, afgedrukt in Verbeek, a.w., p. 80.
  14. ‘Van Pesthuis[a.w.]’, p. 97; ‘Een Jubilé te Gemert’, a.w.; Verbeek, a.w.
  15. ‘Villa Polder’ op rijksmonumenten.nl en wikipedia.
  16. De Zuid-Willemsvaart d.d. 18-3-1897, p. 3.
  17. ‘Van Pesthuis[a.w.]’, pp. 26-30, 69-71, 96-98.
  18. Wim Vos, ‘Baakster Hanneke Baggermans-van Gemert’, Gemerts Heem, 3 (2023), pp.18-21; Leo Renee, ‘Van den dokter’, idem, 1 (1980), pp. 2-5; Ad Otten, ‘Van goede vrouwen tot vroedvrouwen’, idem, 3 (2021), pp. 29-32.
  19. Verbeek, a.w.; ‘Van Pesthuis[a.w.]’, p. 97.
  20. Renee, a.w.; Wikipedia-lemmata (EN) ‘Benz Patent-Motorwagen’ (1886) en ‘Benz Velo’ (1894).
  21. Hans van de Laarschot, ‘Gemert verdedigd in ’14-‘18’, Gemerts Heem, 4 (2020), p. 25.
  22. Rien Wols, ‘De Commissaris van de Koningin over Gemert’, website BHIC; Bidprentjescoll. HKK Gemert; De Zuid- Willemsvaart d.d. 26-2-1920; Eindhovensche en Meierijsche courant d.d. 30-4-1940.
  23. ‘Onderscheiding’, Nieuwsblad van het Zuiden d.d. 15-11-1920, p. 3; ‘Jubilé te Gemert’, a.w.
  24. De Zuid-Willemsvaart d.d. 1-9-1923, p. 3.
  25. Verbeek, a.w., p. 85-86; Leo Renee, a.w., p. 4.
  26. BS Overl., GA Gemert-Bakel, AG.079.48.59; HKK Gemert, bidprentje 01908.
  27. BS Overl., GA Gemert-Bakel, AG.079.49.2; HKK Gemert, bidprentje 05224.
  28. Straatnamenrubriek (D) www.heemkundekringgemert.nl.

Het familiegraf waarin dokter Kuijper en zijn echtgenote Carolina Sormani zijn begraven. De personalia van recenter bijgezette overledenen zijn om privacyredenen onleesbaar gemaakt. Foto: Cas Jamin

Portretfoto uit ongeveer 1866 van Johannes Kuijper als student geneeskunde. Techniek: albuminedruk op carte de visite. Bron: Groninger Archieven, beeldnummer 1990_0221, fotograaf Kolkow, Fr. Jul. von.

Titelpagina van het proefschrift van dokter Kuijper. Bron: Gemerts Heem 1980 nr. 3 p. 84

Dokter J.C. Kuijper, staand naast zijn koets. Op de bok zit zijn vaste koetsier Arnoldus Roijackers, alias ‘Nol van d’n dokter’. De foto is gemaakt in Gemert, op de hoek van de Nieuwstraat en de Haageijk. Bron: GA Gemert-Bakel, beeldnummer 2_158

Villa Polder omstreeks 1920. Tegenwoordig is Villa Polder een rijksmonument, gelegen aan de Heuvel 4 in Gemert. Bron: Heemkundekring Gemert, beeldnummer hkk03504.

Dokter J.C. Kuijper (vierde van rechts), met dokter J. Verbeek uit Veghel en diens dochters Brigitte, Emilie, Agnes en Octovit Verbeek en zoon Clemens J.M. Verbeek, de latere Gemertse huisarts. Bron: GA Gemert-Bakel, beeldnummer 1_094.