2024-1_Elzenheggen als cultuurhistorisch fenomeen
Naar pdf-bestand klik hier
Jan Timmers
Op een aantal plaatsen in Gemert-Bakel zijn nog oude elzenheggen in het landschap aanwezig. Op de meeste plaatsen zijn ze verdwenen, maar bijvoorbeeld in natuurgebied de Biezen staan nog oude geknotte elzenheggen. Voorheen kwamen ze veel voor, maar bij de ruilverkaveling werden ze als hinderlijke begroeiing verwijderd. Waar ze nu nog zijn overgebleven, is goed onderhoud belangrijk voor het behoud.
Elzenheggen zijn destijds aangeplant als hakhoutheggen tussen kleine weidepercelen. Natte gebieden zoals broeklanden en beekdalen waren doorgaans niet geschikt voor akkerbouw, maar alleen als weiland of hooiland. Daarvoor moest dat natte gebied eerst worden ontwaterd. Er werden tussen de kleine weidepercelen smalle slootjes gegraven. Aan weerszijden van die slootjes werd vervolgens een rij elzen aangeplant voor de houtproductie. De heggen dienden tevens als veekering en de boomwortels zorgden voor stevigheid van de slootoevers. De heggen werden ongeveer elke zes jaar gekapt ten behoeve van stookhout en geriefhout. Na de eerste wereldoorlog ontdekten boeren het nut van prikkeldraad als veekering. Voortaan werden weilanden omheind met prikkeldraad om het vee bij elkaar te houden. Het prikkeldraad werd doorgaans tegen ingegraven weidepalen gespijkerd met krammen. Bij weidepercelen die met elzenheggen waren omgeven, waren geen weidepalen nodig. Het prikkeldraad werd daar tegen de stammen van de elzenheggen gespijkerd. Alleen op open plaatsen in de heg waren weidepalen voor de afrastering nodig. Als de elzenheggen weer gekapt moesten worden, werden de stammen niet bij de grond afgezaagd, maar een stuk hoger, zodat het prikkeldraad gehandhaafd kon worden. Op die manier zijn geknotte elzenheggen ontstaan. Voor de ruilverkaveling kwamen deze kleine weidepercelen met slootjes en geknotte elzenheggen heel veel voor. Op sommige plaatsen zijn dergelijke weilandjes behouden gebleven. Dat is bijvoorbeeld het geval met de Negen Weitjes in de Biezen, omdat dit gebied bewust buiten de ruilverkaveling werd gehouden. De Biezen werd natuurgebied en de weitjes verloren langzaamaan hun functie als weiland. Bovendien was er nauwelijks meer behoefte aan stookhout. De elzenheggen rond de weitjes zijn om die redenen niet meer op de traditionele manier onderhouden. Het gevolg is dat ze langzaamaan veel breder zijn geworden en dat de oude knot-elzen grotendeels zijn verdwenen.
Herstel van geknotte elzen langs de Snelleloop
Cultuurhistorisch gezien is het behoud en herstel van geknotte elzenheggen erg waardevol. Ze zijn bijzonder zeldzaam geworden. De combinatie met smalle slootjes tussen die heggen bestaat nauwelijks meer. Bij de aanleg van een EVZ (Ecologische Verbindings Zone) langs de Snelleloop in 2003 ontstond de mogelijkheid om een eerste deel van de landweer terug te halen, waarbij een stuk van de dubbele loop weer hersteld werd. Tegelijk deed zich een kans voor om ook elzenheggen te herstellen. Aan de Beek en Donkse kant van de Snelleloop lag van oudsher een rij weidepercelen tussen die Snelleloop en de weg Biezen, onderling gescheiden door slootjes. Die weidepercelen waren in het verleden aan particulieren uitgegeven, onder de voorwaarde dat elke eigenaar het onderhoud van het stuk wal bij de Snelleloop, dat grensde aan zijn perceel, voor zijn rekening nam. Op oude kaarten is dat landschappelijk beeld goed zichtbaar en duidelijk aanwezig. Dat traditi-onele beeld van slootjes en elzenheggen langs de Snelleloop is deels hersteld. De afspraak met Staatsbosbeheer was dat de heggen op de traditionele manier onderhouden zouden worden. Dat betekent afkappen om de zoveel jaar. Daarbij is het van belang om te kappen op ca heuphoogte, dus op de traditionele manier, waardoor geknotte elzenheggen ontstaan.
Natuuramnesie
In zijn proefschrift Natuuramnesie beschrijft Marc Argeloo het fenomeen ‘shifting baseline syndrome’: “De kennis van de rijkdom van de natuur verdwijnt uit ons collectieve bewustzijn. De maatschappelijk aanvaarde normen veranderen geleidelijk als gevolg van een gebrek aan ervaring, ge-heugen en/of de kennis van de vroegere toestand ervan. Elke nieuwe generatie weet niet meer hoe anders, en vaak rijker, de natuur was ten tijde van de jeugd van hun ouders of grootouders”. Door de ruilverkavelingen is het cultuurlandschap van zo’n honderd jaar geleden flink op de schop genomen. De ruilverkaveling Gemert-Bakel had plaats in de jaren 80 van de 20ste eeuw. Hoe het landschap daarvoor er in het echt uitzag, is bijna uitsluitend bekend bij mensen van vóór de verkaveling. Een nieuwe generatie van bestuurders, plannenmakers, landschapsontwerpers en natuurbeheerders is niet op de hoogte en kiest als referentiepunt haar eigen jeugdjaren. In een bijdrage op het social mediaplatform LinkedIn constateert Joks Janssen dat het shifting baseline syndrome ook bij het cultuurlandschap en het landschappelijk erfgoed optreedt. “Wat er vroeger was maar nu niet meer, neem je simpelweg niet waar. Zodoende vertrekt iedere generatie vanuit het beeld van de natuur en het cultuurlandschap, zoals het zich op dat moment voordoet, en ontwikkelt op basis daarvan eigen criteria.” Het zou nuttig zijn als bestuurders en plannenmakers zich bewust worden van hun vaak gebrekkig zicht op het landschap van het (recente) verleden. Bij het onderhoud van oude elzenheggen zien we nu ook een voorbeeld van het shifting baseline syndrome.
Bronnen:
– Jan Timmers, Het historisch landschap aan de benedenloop van De Snelle Loop, Gemerts Heem 2005, nr 1
– Marc Argeloo, Natuuramnesie. Hoe we vergeten zijn hoe de natuur er vroeger uitzag, Amsterdam 2022.
– Jan Timmers, Landschappelijk erfgoed: verrijking van de leefomgeving. In: Ger van den Oetelaar, Jan van der Straaten, en Jan Timmers, Het stroomgebied van de Dommel, een landschapsbiografie, Woudrichem
BIJSCHRIFTEN BIJ ILLUSTRATIES:
Oude geknotte elzenheggen langs de Negen Weitjes in 2009. De heggen zijn helaas breder geworden en veel van deze cultuurhistorische monumentjes zijn inmiddels door het ontbreken van traditioneel onderhoud gesneuveld.
Een rij elzen langs een slootje in de Negen Weitjes in 2009. Op de voorgrond een geknotte els. Daarnaast elzen die veel lager afgezet zijn. Die zullen dateren van de tijd dat er nog geen prikkeldraad werd gebruikt.
De Negen Weitjes in de Biezen omstreeks 1900. Niet alleen de Negen Weitjes waren omzoomd met elzenheggen, maar nagenoeg alle weilanden. De zwarte streeplijn geeft de gemeentegrens aan. Op die grens ligt een landweer uit de 15de eeuw. De Negen Weitjes liggen net over de grens in Aarle-Rixtel.
Geknotte elzenheg in Uden omstreeks 2000.
Links de elzenheggen langs weilanden bij de Snelleloop met slootjes en elzenheggen erlangs omstreeks 1900. Ze zijn deels hersteld. Rechts een moderne satellietfoto waarop met zwarte lijnen de plaats van de oude heggen in 1832 is ingetekend. De elzenheggen liggen nu verder uit elkaar dan oorspronkelijk het geval was.Nieuwe slootjes met rijen elzen aan weerszijden werden langs de Snelleloop gerealiseerd bij de aanleg van de EVZ. De linkerfoto is gemaakt in 2009, een paar jaar na de aanleg. De rechterfoto is van 2024. Het slootje is niet meer te zien.
Geknotte heg bij de Derdesteeg in Gemert.
Foto boven:De elzenheggen langs de slootjes zijn deels vlak boven de grond afgezet. De bedoeling was dat de elzen op circa een meter hoogte zouden worden afgezet, zodat rijen met knotelzen zouden ontstaan.
Foto midden: Een oude heg van elzen en beuken langs de Galgeveldseweg, geknot op heuphoogte, zoals dat traditioneel gebeurt.
Foto onder: Elzenheg langs de Galgeveldseweg, die weer toe is aan een nieuwe knotbeurt.